strubbelingetje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: strubbelingetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstrʏbəlɪŋəcə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- strub·be·lin·ge·tje
Woordherkomst en -opbouw
- strubbeling met het achtervoegsel -etje
Zelfstandig naamwoord
het strubbelingetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord strubbeling