stinkotters
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stinkotters (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstɪŋkɔtərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- stink·ot·ters
Woordherkomst en -opbouw
- stinkotter met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de stinkotters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stinkotter
- Bunzings zijn meer grondbewoners dan steenmarters en boommarters. Ze worden ook wel "stinkotters" genoemd. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'stinkotters' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Loenen, M. vanRoofdieren in Nederland op website: docukit.nl; geraadpleegd 2019-09-04