stilzweeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·zweeg

Werkwoord

vervoeging van
stilzwijgen

stilzweeg

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van stilzwijgen
    • ... dat ik stilzweeg. 
    • ... dat jij stilzweeg. 
    • ... dat hij, zij, het stilzweeg.