stilvielen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stilvielen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stil·vie·len
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stilvallen |
stilvielen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van stilvallen
- ...dat wij stilvielen.
- ...dat jullie stilvielen.
- ...dat zij stilvielen.
- ...dat wij stilvielen.