stekkerblokken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stek·ker·blok·ken
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de stekkerblokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stekkerblok
     Kempeneers: "Je ziet het vaak bij de wat goedkopere stekkerblokken. Als je daar een stekker insteekt, blijkt er vaak wat speling te zitten, waardoor er vonkjes overspringen."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 november 2020 Weblink bron "Het is moeilijk om een deur te vinden als huis vol rook staat" in: Eendrachtbode op Wikipedia, jrg. 66 nr. 48 (14 oktober 2010), 1 kol. 5