sprokkelden bijeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sprok·kel·den bij·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijeensprokkelen

sprokkelden (...) bijeen

  1. meervoud verleden tijd van bijeensprokkelen
    • Wij sprokkelden bijeen. 
    • Jullie sprokkelden bijeen. 
    • Zij sprokkelden bijeen. 

Gangbaarheid