Naar inhoud springen

spreidden uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mrt 2018 om 11:44 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *spreid·den uit {{-etym-}} *{{vorm-scheidb...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • spreid·den uit
vervoeging van
uitspreiden

spreidden (...) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitspreiden
    • Wij spreidden uit. 
    • Jullie spreidden uit. 
    • Zij spreidden uit.