Naar inhoud springen

spookte uit

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 20 jan 2018 om 14:06
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • spook·te uit
vervoeging van
uitspoken

spookte uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitspoken
    • Ik spookte uit. 
    • Jij spookte uit. 
    • Hij, zij, het spookte uit.