speculeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spe·cu·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
speculeren |
speculeerden
- meervoud verleden tijd van speculeren
- Wij speculeerden.
- Jullie speculeerden.
- Zij speculeerden.
- Wij speculeerden.
vervoeging van |
---|
speculeren |
speculeerden