snotkokertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snotkokertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɔtkokərcə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- snot·ko·ker·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het snotkokertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snotkoker
- ▸ Maar nog meer indruk maakte ooit de postale streekroman 'Een vracht geluk en een brok verdriet' van C.W. Ooms op mij, het favoriete boek van mijn vader die er volop uit wist te citeren zoals deze onvergetelijke zin over een boerenmeisje dat, gadegeslagen door de postbode, haar broertje's neus moet vegen: 'Veeg jij IJsbrandjes snotkokertje eens af'.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'snotkokertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Rob Schouten“Postbode” (13 september 2016) op trouw.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -tje in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal