snipperden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snipperden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snip·per·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snipperen |
snipperden
- meervoud verleden tijd van snipperen
- Wij snipperden.
- Jullie snipperden.
- Zij snipperden.
- Wij snipperden.