sneeuwbalt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneeuwbalt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sneeuw·balt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sneeuwballen |
sneeuwbalt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwballen
- Jij sneeuwbalt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sneeuwballen
- Hij sneeuwbalt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sneeuwballen
- Sneeuwbalt!