snapchatten

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snap·chat·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

snapchatten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snapchatten
snapchatte
gesnapchat
zwak -t volledig
  1. berichten die maar korte tijd voor de ontvanger zichtbaar zijn versturen via Snapchat
     "Ik probeer als een broer te zijn voor de jeugd. Door met ze te voetballen, te Snapchatten en te Instagrammen. Zo laat ik zien: ik wil echt iets voor jullie doen. Maar het is meer dan dat. Ik probeer ze ook dingen te leren over gedrag. Hoe je opgroeit, hoe je omgaat met anderen."[1]
     Hij belandde na een auto-ongeluk in september in een rolstoel en heeft blijvende hersenschade. Wentworth stelt dat Christal McGee (18) druk aan het Snapchatten was achter het stuur. Hij heeft haar en Snapchat daarom nu aangeklaagd.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron
    Arnoud van der Struijk
    “Nasser is de koning van de straat, nu het theater nog” (Zaterdag 11 augustus 2018, 10:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 juni 2023 Weblink bron “'Snelheidsmeting Snapchat veroorzaakt tragische crash'” (Donderdag 28 april 2016, 21:56), NOS