smikkel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smik·kel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smikkelen |
smikkel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smikkelen
- Ik smikkel.
- gebiedende wijs van smikkelen
- Smikkel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smikkelen
- Smikkel je?
Gangbaarheid
- Het woord smikkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "smikkel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be