Naar inhoud springen

sluisden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 14:43 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *sluis·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv|sluizen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sluis·den

Werkwoord

vervoeging van
sluizen

sluisden

  1. meervoud verleden tijd van sluizen
    • Wij sluisden. 
    • Jullie sluisden. 
    • Zij sluisden.