skypet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- skypet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
skypen |
skypet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skypen
- Jij skypet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skypen
- Hij skypet.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van skypen
- Skypet!
Gangbaarheid
- Het woord skypet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.