sjavoea
Nederlands
Uitspraak
- IPA: / ʃaˈvuwa / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sja·voea
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de sjavoea m
- (Jiddisch-Hebreeuws) week (alleen in onderstaande verbindingen)
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
- sjaboeang (Sefardisch [Portugees] Hebreeuws)
Gangbaarheid
- Het woord 'sjavoea' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.