siwan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- si·wan
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
siwan
- (Jiddisch-Hebreeuws) derde maand van het joodse jaar, in mei-juni (Est. 8:9); negende maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Verwante begrippen
- Hebreeuws (transcriptieversie): sivan
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'siwan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.