sinjootje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sin·jo·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het sinjootje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sinjo
- Al het praten dat we over Indië hebben gedaan; de enkele tranen toen je opeens beslissen moest; het ligt achter je: je zult Indië uit eigen aanschouwing kennen. Ik zal het terugzien. Ons zoontje zal sinjootje genoemd worden, enz. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'sinjootje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -tje in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal