sinjo's
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sin·jo's
Woordherkomst en -opbouw
- sinjo met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de sinjo's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sinjo
- De sinjo's schreeuwden, en ik ging dadelijk naar binnen; de anderen volgden. Er was niets. De kast stond open en de sinjo's zeiden, dat er geld uit was. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'sinjo's' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Daum, P.A.Ups and downs in het Indische leven 9e druk ebook (2013; 1e druk: 1892) Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam; ISBN 9789038897226; hfst. 7 Lieve jongens!; geraadpleegd 2018-07-16