segregeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·gre·geert

Werkwoord

vervoeging van
segregeren

segregeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van segregeren
    • Jij segregeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van segregeren
    • Hij segregeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van segregeren
    • Segregeert!