segregeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: segregeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- se·gre·geert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
segregeren |
segregeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van segregeren
- Jij segregeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van segregeren
- Hij segregeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van segregeren
- Segregeert!