schuldloost
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuldloost (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsxʏldlost/
Woordafbreking
- schuld·loost
Woordherkomst en -opbouw
- schuldloos met het achtervoegsel -st
Bijvoeglijk naamwoord
schuldloost
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van schuldloos