schuddebuikt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schud·de·buikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuddebuiken |
schuddebuikt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebuiken
- Jij schuddebuikt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuddebuiken
- Hij schuddebuikt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schuddebuiken
- Schuddebuikt!