schrikwekkends
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schrikwekkends (hulp, bestand)
- IPA: /sxrɪkˈwɛkənts/
Woordafbreking
- schrik·wek·kends
Woordherkomst en -opbouw
- schrikwekkend met de uitgang -s
Bijvoeglijk naamwoord
schrikwekkends
- partitief van de stellende trap van schrikwekkend