scharniert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schar·niert

Werkwoord

vervoeging van
scharnieren

scharniert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scharnieren
    • Jij scharniert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scharnieren
    • Hij scharniert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van scharnieren
    • Scharniert!