samengelopen
Uiterlijk
- sa·men·ge·lo·pen
- vervoeging van samenlopen: voltooid deelwoord
vervoeging van: | samenlopen… |
verbogen vorm: | samengelopene |
samengelopen
- voltooid deelwoord van samenlopen
vervoeging van: | samenlopen… |
verbogen vorm: | samengelopene |
samengelopen