sacrosanct
Uiterlijk
- Geluid: sacrosanct (hulp, bestand)
- sa·cro·sanct
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘heilig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1925 [1] [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sacrosanct | sacrosancter | sacrosanctst |
verbogen | sacrosancte | sacrosanctere | sacrosanctste |
partitief | sacrosancts | sacrosancters | - |
sacrosanct [3]
- heilig en gewijd
- onschendbaar
- Het woord sacrosanct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sacrosanct" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "sacrosanct" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sacrosanct op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be