rugzakje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rug·zak·je
Zelfstandig naamwoord
het rugzakje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rugzak
- dim. tant. persoonsgebonden budget, een bedrag waarvoor een patiënt zelf zorg kan regelen
- «Leerlingen met een rugzakje hebben een indicatie voor speciaal onderwijs.»
- dim. tant. (onderwijs)leerlinggebonden financiering, waarmee voor hulpbehoevende kinderen in regulier onderwijs passende voorzieningen kunnen worden betaald
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.