rughaartjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·haar·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de rughaartjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rughaar
    • Met behulp van geavanceerde technologieën kon het team in het binnenste van de poppen – ter grootte van een rijstkorrel – kijken zonder ze te beschadigen en zo adembenemend gedetailleerde beelden van de wespjes creëren, met inbegrip van de fragiele vleugels en rughaartjes. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen