ruggegraat
Nederlands
- Geluid: ruggegraat (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrʏɣəˌɣrat / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- rug·ge·graat
Zelfstandig naamwoord
de ruggegraat m
- verouderde spelling of vorm van ruggengraat tot 1996
Gangbaarheid
- Het woord 'ruggegraat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.