roosterde in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roos·ter·de in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inroosteren

roosterde in

  1. enkelvoud verleden tijd van inroosteren
    • Ik roosterde in. 
    • Jij roosterde in. 
    • Hij, zij, het roosterde in. 


Gangbaarheid