romerske

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ro·mers·ke
Naar frequentie 7453

Bijvoeglijk naamwoord

romerske, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van romersk

romerske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van romersk

romerske, g / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van romersk


Noors

Woordafbreking
  • ro·mers·ke
Naar frequentie 7226

Bijvoeglijk naamwoord

romerske, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van romersk

romerske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van romersk

romerske, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van romersk


Nynorsk

Woordafbreking
  • ro·mers·ke

Bijvoeglijk naamwoord

romerske, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van romersk

romerske, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van romersk

romerske, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van romersk