rochelen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ro·che·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rauw keelgeluid maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1370 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rochelen |
rochelde |
gerocheld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rochelen
- inergatief hoorbaar slijm in beweging brengen met de adem
- Er werd wat gerocheld en gekucht, maar verder was het stil.
Gangbaarheid
- Het woord rochelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "rochelen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %