robbende

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • rob·ben·de
Woordherkomst en -opbouw
  1. Bijvoeglijk gebruik van het onvoltooid deelwoord van het Noorse werkwoord  robbe ww  met het achtervoegsel -ende
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud robbende - - - - - -
o enkelvoud robbende
meervoud robbende
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
robbende - - - - - -

Bijvoeglijk naamwoord

robbende

  1. berovend, rovend, plunderend, stropend

Werkwoord

robbende

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord van robbe