rijd leeg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijd leeg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
leegrijden |
rijd (...) leeg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegrijden
- Ik rijd leeg.
- gebiedende wijs van leegrijden
- Rijd leeg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegrijden
- Rijd je leeg?