rijd leeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijd leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegrijden

rijd (...) leeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegrijden
    • Ik rijd leeg. 
  2. gebiedende wijs van leegrijden
    • Rijd leeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegrijden
    • Rijd je leeg?