reukwerken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reukwerken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrøkwɛrkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- reuk·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- reukwerk met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de reukwerken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord reukwerk
- Mooi is de passage over de muzikale terminologie van de parfumeur (hoofdnoten, hartnoten en basisnoten), die aan zijn ‘geurorgel’ (een bureau met verdiepingen vol notenmateriaal) zijn reukwerken componeert. [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'reukwerken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jongstra, A.Ruik, maar geniet met mate (14 juli 2016) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2018-05-29