respireert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • res·pi·reert

Werkwoord

vervoeging van
respireren

respireert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van respireren
    • Jij respireert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van respireren
    • Hij respireert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van respireren
    • Respireert!