respireert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: respireert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- res·pi·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
respireren |
respireert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van respireren
- Jij respireert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van respireren
- Hij respireert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van respireren
- Respireert!