resocialiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·so·ci·a·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
resocialiseren |
resocialiseerde
- enkelvoud verleden tijd van resocialiseren
- Ik resocialiseerde.
- Jij resocialiseerde.
- Hij, zij, het resocialiseerde.
- Ik resocialiseerde.