resocialiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·so·ci·a·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
resocialiseren

resocialiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van resocialiseren
    • Ik resocialiseerde. 
    • Jij resocialiseerde. 
    • Hij, zij, het resocialiseerde.