representeerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pre·sen·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
representeren

representeerden

  1. meervoud verleden tijd van representeren
    • Wij representeerden. 
    • Jullie representeerden. 
    • Zij representeerden.