remplaceerden
Uiterlijk
- rem·pla·ceer·den
vervoeging van |
---|
remplaceren |
remplaceerden
- meervoud verleden tijd van remplaceren
- Wij remplaceerden.
- Jullie remplaceerden.
- Zij remplaceerden.
- Wij remplaceerden.
- Het woord remplaceerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.