Naar inhoud springen

remiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mi·seert

Werkwoord

vervoeging van
remiseren

remiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remiseren
    • Jij remiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van remiseren
    • Hij remiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van remiseren
    • Remiseert! 

Gangbaarheid