relateerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: relateerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·la·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
relateren |
relateerde
- enkelvoud verleden tijd van relateren
- Ik relateerde.
- Jij relateerde.
- Hij, zij, het relateerde.
- Ik relateerde.