rekruteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·kru·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
rekruteren

rekruteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van rekruteren
    • Ik rekruteerde. 
    • Jij rekruteerde. 
    • Hij, zij, het rekruteerde.