rekruteer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·kru·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rekruteren |
rekruteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekruteren
- Ik rekruteer.
- gebiedende wijs van rekruteren
- Rekruteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekruteren
- Rekruteer je?