recombineert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·com·bi·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recombineren |
recombineert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recombineren
- Jij recombineert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recombineren
- Hij recombineert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van recombineren
- Recombineert!