recocer
Uiterlijk
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| recocer |
recocía |
recocido |
| volledig | ||
recocer overgankelijk
- opnieuw koken
- laten doorkoken
- (techniek), uitgloeien
- «recocer el acero»
- het ijzer uitgloeien
- «recocer el acero»
- "recocer" is een palindroom