rechtgezeten
Uiterlijk
- recht·ge·ze·ten
- vervoeging van rechtzitten: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-e (IPAː /ɪ/ - /e/) (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van recht en gezeten ww
vervoeging van: | rechtzitten… |
verbogen vorm: | rechtgezetene |
rechtgezeten
- voltooid deelwoord van rechtzitten
- Het woord rechtgezeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.