recapten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·cap·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recappen |
recapten
- meervoud verleden tijd van recappen
- Wij recapten.
- Jullie recapten.
- Zij recapten.
- Wij recapten.
Gangbaarheid
- Het woord recapten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.