rebootten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·boot·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rebooten |
rebootten
- meervoud verleden tijd van rebooten
- Wij rebootten.
- Jullie rebootten.
- Zij rebootten.
- Wij rebootten.
Gangbaarheid
- Het woord rebootten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.