rebooten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·boo·ten
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
Werkwoord
rebooten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rebooten |
rebootte |
gereboot |
zwak -t | volledig |
- (informatica) opnieuw opstarten van een computer; herstarten van een computer
- (figuurlijk) helemaal opnieuw met iets beginnen
- Nog zo'n 100 uur, dan rolt de eerste bal op het EK voetbal in Frankrijk. Het EK wat? Juist, het EK voetbal, het toernooi waarvan we op voorhand al weten dat het uit ons collectieve geheugen wordt gewist. Tenminste, bij mij zal dat zeker gebeuren, want zelfs van het mislukte EK 2012 kan ik nog maar flarden reproduceren. De toetsencombinatie control-alt-delete ging in vanaf het moment van de trieste aftocht van het even zo trieste Oranje. Wissen, rebooten en nooit meer aan denken. De 4 halve finalisten van dat EK 2012? Werkelijk geen idee, ik ben al lang blij dat ik nog weet dat het in Polen en Oekraïne was. [1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rebooten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rebooten" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 06-06-16 Blog | De microfoon van Bert en 3 andere dingen die we dit EK moeten missen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Informatica in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %